Vaak gestelde vragen over ECCOsedum groendaken

Bron: brochure van het Agentschap Natuur en Bos (www.natuurenbos.be)

A. Voordelen voor de gemeenschap

  1. Waterbeheersing
    Bij verstedelijkte gebieden is er een hoge verzegelingsgraad (= groot aandeel van verhardingen in de totale oppervlakte). Het gevolg hiervan is dat neerslag niet of nauwelijks in de bodem kan dringen en onmiddellijk via ondoordringbare oppervlakten naar rioleringen afvloeit. Zo kunnen zelfs relatief kleine buien voor een tijdelijke overbelasting van het rioleringsstelsel zorgen met lokale wateroverlast als gevolg. Dit kan verholpen worden door de aanleg van grotere rioleringen zodat het water sneller en in grotere hoeveelheden afgevoerd kan worden. Dit is echter duur en verplaatst de problemen naar een ander gebied. Een andere oplossing is dat alle neerslag onmiddellijk afgevoerd wordt (= verhoging retentie van neerslagwater). Dit kan op vele manieren, o.m. via de aanleg van regenwaterputten of groendaken. Deze laatste verminderen de afvoer van de neerslag zodat de piekafvoeren lager zijn, de riolering minder of niet overbelast wordt en er zich geen of minder ernstige wateroverlast voordoet. Het ECCOsedum groendaksysteem geeft een jaarlijkse neerslagafvoer van 50%. Er geen verschil in waterafvoer tussen vlakke en hellende groendaken met een hellingsgraad tot 15°.
  2. Lucht- en waterzuivering
    Het stedelijke milieu wijkt niet alleen op klimatologisch vlak af van zijn omgeving maar ook op vlak van luchtvervuiling. Een groendak kan hier een grote invloed op uitoefenen doordat het geheel van vegetatie, substraat en micro-organismen schadelijke stoffen zoals CO, benzol en stofdeeltjes niet alleen opneemt maar ook afbreekt. Groendakvegetatie onttrekt stof en C0² uit de lucht. Bovendien vangt het schadelijke stoffen op, zoals stikstofoxide, waterstofsulfide etc. en dankzij de huidmondjes kunnen ze de schadelijke partikels inkapselen en immobiliseren. Groendaken dragen zo bij tot een beter leefmilieu via luchtzuivering. Bovendien brengt neerslag veel schadelijke stoffen met zich mee. Indien vervuilde neerslag eerst door een groendak stroomt wordt een deel van de vervuiling uitgefilterd voor het in de waterlopen terecht komt. Groendaken en andere groenvoorzieningen, hebben dus ook een belangrijke beschermfunctie.
  3. Habitatontwikkeling
    Gebouwen en andere infrastructuren nemen ruimte in, waardoor er altijd habitatverlies is. Ondanks het feit dat groendaken geen volwaardige vervanging zijn van de verdwenen meer natuurlijke habitat kunnen ze zowel voor fauna als flora een belangrijk landschapselement zijn. Groendaken kunnen fungeren als een tijdelijke habitat (als stapsteen en als tijdelijke vluchtplaats), maar ook als vervangingshabitat en als basishabitat. In welke mate bepaalde planten- en diersoorten aanwezig zijn hangt af van veel factoren zoals het groendaktype, de wijze waarop de vegetatie aangebracht werd en de aanwezigheid van fauna en flora in de omgeving. In ieder geval zal de bloei van sedumplanten een sterke aantrekkingskracht uitoefenen op vlinders en andere nectarzuigende insecten. Groendaken kunnen dus ook bijdragen tot de verhoging van diverse plant- en diersoorten (de zgn. biodiversiteit).

B. Voordelen voor de dakeigenaar

  1. Langere levensduur dakbedekking
    Een groendak gaat langer mee dan een gewone dakbedekking (t.o.v. een vlak dak met bitumen is dit zelfs dubbel zo lang). De aanwezigheid van de laagopbouw beschermt de dakbedekking tegen:
    a. uv-straling: deze breken materialen af door fotochemische reacties maar worden bij een groendak geabsorbeerd door de vegetatie.
    b. verhitting, bevriezing en temperatuurschommelingen van het dakoppervlak: door de extremen en de afwisseling tussen temperatuur ontstaan spanningen in de dakbedekking en treden scheuren op of breken naden (vnl. bij dakbedekking uit bitumen. Bij een groendak worden de temperaturen getemperd door de aanwezigheid van de begroeiing en het substraat. Dit veroorzaakt lagere maximum- en hogere minimumtemperaturen, maar ook veel kleinere temperatuursschommelingen. De mate waarin de temperaturen gedempt worden hangt af van de dikte van het groendak.
    c. ongelijke opwarming van de verschillende daklagen: dit resulteert in blaasvorming en vervormingen van de dichtingen. Bij groendaken kan dit niet door het ontbreken van snelle en grote temperatuurschommelingen.
    d. mechanische beschadiging: daken kunnen soms beschadigd worden door hagel. Bij groendaken wordt dit opgevangen door de verschillende lagen.
  2. Thermische isolatie van het dak
    De hierboven vermelde lagere maximum- en hogere minimumtemperaturen worden veroorzaakt door het isolerend effect van het groendak. Daardoor kent de dakdichting niet alleen een gematigder temperatuursregime, maar zijn er ‘s winters minder verwarmingskosten en is ‘s zomers minder koeling nodig, waarbij het effect in de zomer het grootste is.
  3. Geluidsisolatie
    Het groendak heeft een geluiddempende werking. De precieze grootte hiervan is echter moeilijk te meten. Het totale effect ervan hangt eveneens samen met de oppervlakte en structuur van groenvoorzieningen.
  4. Visuele voordelen
    Naast minder extreme temperaturen, een hogere luchtvochtigheidsgraad en een zuiverdere lucht zorgen groendaken ook door hun visuele uitwerking voor een betere leefomgeving en gezondheid. Een uitzicht op een groene omgeving heeft een positief effect op de gemoedstoestand en aldus ook op de lichamelijke gezondheid van mensen. Bovendien is het uitzicht van een groendak seizoensgebonden wat een aangename variatie in het uitzicht brengt.
  5. Milieuvriendelijk imago
    Door een groendak aan te leggen krijgen bedrijven een milieuvriendelijker imago. Werken in een groene omgeving heeft ook een positief psychologisch effect en kan bijdragen tot grotere arbeidsvreugde en bijgevolg een hogere productiviteit.
  6. Financieel voordeel
    De meeste mensen gaan ervan uit dat een groendak veel meer kost dan een traditioneel dak. Indien enkel de aankoopkosten van groendaken vergeleken worden met deze van traditionele daken is dat inderdaad zo, maar de langere levensduur van groendaken zorgt er op termijn voor dat het prijsverschil zeer klein of nihil is. Alles meegerekend zijn groendaken voordeliger.

Bij de plaatsing van ECCOsedum groendaken moet er met twee parameters rekening gehouden worden:

  • Verhinderen van uitspoeling of afschuiven van het substraat
  • Afschuiven van het volledige groendaksysteen via de dakhelling

Om bovenliggende reden kan een dakhelling niet onbeperkt zijn. Bij hellingsgraden tot 15° kan het systeem zonder extra voorzorgsmaatregelen geplaatst worden.

  • Hellingsgraad van 0 tot 3° (0 tot 5%)
    Het ECCOsedum systeem kan hier zonder extra voorzorgsmaatregelen geplaatst worden.
  • Hellingsgraad van meer dan 3° (meer dan 5%)
    Het ECCOsedum systeem kan hier zonder extra voorzorgsmaatregelen geplaatst worden, dankzij de specifieke opbouw van ECCOsedum groendaken is erosiebescherming niet noodzakelijk bij deze dakhellingen.
  • Bij hellingsgraden vanaf 15 à 20° (27 à 36%)
    Hier wordt wel een bijkomend systeem aangebracht dat het afschuiven van de substraatlaag voorkomt. Dergelijke systemen zijn in twee groepen onder te verdelen. (1) Systemen die de hellingsgraad verlagen door een trapsysteem (vergelijkbaar met een terrasopbouw) of (2) systemen die de substraatlaag in compartimenten onderverdelen d.m.v. een lattensysteem. De afstand tussen opeenvolgende latten wordt bepaald door de hellingsgraad.
    --> Lattensystemen zijn nogmaals onder te verdelen in (a) lattensystemen die onder de dakdichting aangebracht worden: deze kunnen in hout uitgevoerd worden en hebben een lange levensduur maar vereisen, indien de latten geen afgeronde randen hebben, een bijkomende beschermingslaag. Dit om te verhinderen dat de waterkerende laag beschadigd wordt. De extra waterretentie die zich achter de latten kan ophopen heeft bovendien een negatief effect op het verschuiven van de substraatlaag of (b) lattensystemen die boven de dakdichting aangebracht worden: de latten worden over het algemeen in kunststof uitgevoerd. Voor hellingen tot ongeveer 11° (20%) kan dit eventueel in hout gebeuren. Het hout zal in de loop van de jaren vergaan maar doordat het substraat volledig doorworteld raakt, wordt de substraatlaag stevig verankerd. Een lattensysteem dat boven de dakdichting geplaatst wordt heeft de voordelen dat de dakdichting niet beïnvloed wordt en dat er geen waterstagnatie optreedt.
     

Ja, want bijensterfte wordt voor veroorzaakt door (in orde van belangrijkheid):

  1. de vele maïs die aangeplant wordt: maïs geeft pollen met een zeer lage calorische waarde, zodat de bijen die denken een mooie wintervoorraad te hebben, verzwakken door te weinig voeding;
  2. de aanwezigheid van de varoa mijt en parasitaire schimmel;
  3. het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit komt dus pas op de derde plaats. Vooral imidacloprid (Confidor) ligt onder vuur. Ook het inzetten van verschillende middelen wordt aangeklaagd. Bij het onderzoek van tuinplanten bleken 57 stoffen gevonden, bijna alle legaal, maar door bepaalde milieuorganisaties gecatalogeerd als gifstoffen dus gifplanten. Door deze actie zijn ketens en supermarkten eisende partij om planten vrij van illegale en toxische stoffen aan te leveren. Ze vragen een verklaring te ondertekenen hier over aan hun toeleveranciers.

ECCOsedum trays worden gekweekt met een absoluut respect voor nuttige insecten. Het tijdstip van toepassing alsook de keuze van het gewasbeschermingsmiddel is hierbij cruciaal. De ECCOsedum kwekerij registreert de gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en energie onder het Ecas gecertificeerde MPS label.

Bij de keuze van de plantensoorten werd rekening gehouden met volgende parameters:

  • Esthethische waarde (bijv. bloei): grote sedumvariatie van minstens 7 soorten.
  • Droogtebestendigheid in functie van de substraatdikte, substraatsamenstelling en waterbuffer. Daar elke sedumsoort optimaal gedijt onder iets andere klimatologische omstandigheden geeft een grote variatie aan sedumsoorten meer zekerheid.
  • Snelheid van vermenigvuldigen, dit om woekeren van een bepaalde soort te voorkomen
  • Regenererend vermogen na extreme droogte.
  • Verschillende bloeiperiodes: bij het voorkweken van ECCOsedum groendaken wordt gebruik gemaakt van stekmateriaal, dit zijn uitlopers van moederplanten die afgeknipt worden. Om de juiste dosering stekmateriaal voor iedere sedumsoort te kennen is het belangrijk te weten hoe snel ze zich vermeerderen na aanplanting (dit om monocultuur te vermijden). Door gebruik te maken van productievelden (moederplanten) met telkens één sedumsoort kan de juiste mengeling van het stekmateriaal steeds gegarandeerd worden, wat belangrijk is voor een gevarieerde dakbegroeiing.

ECCOsedum groendaken bevatten min. 7 soorten sedum:

  • Sedum Immergrunchen
  • Sedum Album
  • Sedum Reflexum
  • Sedum Sexangulare
  • Sedum Acre
  • Sedum Spurium
  • Sedum Lydium

De keuze van de mix aan stekmateriaal en dosering van elk type werd zorgvuldig bestudeerd met groendeskundigen. Tevens werd het ECCOsedum groendaksysteem onderworpen aan langdurige testen op daken en gesimuleerde extreme weersomstandigheden. De uiteindelijke plantenmix bleek na verscheidene testen uitermate efficiënt te zijn.

Hoewel de lijst met voordelen lang is zijn er toch een twee zaken waarmee rekening gehouden dient te worden:

  1. Zwaardere constructie
    De aanleg van een groendak brengt extra gewicht op de constructie. In de meeste gevallen is de dragende structuur voldoende voor de plaatsing van een groendak. 
  2. Kostprijs
    De aankoop van een groendak is een niet te verwaarlozen factor, maar op lange termijn zijn groendaken voordeliger. Zo hoeft u niet te investeren in een (duur) afwateringssysteem, zorgen groendaken voor minder grote temperatuursschommelingen (thermische isolatie) en dempen zij het geluid (geluidsisolatie), tot slot zorgen groendaken ervoor dat uw dakdekking langer meegaat doordat deze beschermd is tegen o.a. uv-straling en hagel.

1. Indien nodig, plaatsen van een wortelwerende laag ECCO PE400. Er moet niet altijd anti-wortelfolie gebruikt worden bij EPDM of PVC, tenzij op uitdrukkelijk verzoek van de fabrikant.

 

2. Plaatsen van de beschermlaag ECCOprotect 400: deze rollen van 2,10 m x 40 meter worden geplaatst met een overlap van 10 cm. Deze rollen zijn te verkrijgen per m².

 

3. Plaatsen van de ECCOsedum groendaktrays: de groendaktrays worden bij elkaar gehouden door een kliksysteem en worden versneden met behulp van een zaag of slijpschijf. Het RHP-substraat wordt bijeen gehouden door de wortels van de sedumplanten. Probeer wel bij het versnijden de waterbufferingslaag intact te houden, door slechts tot op halve hoogte door te snijden.

 

4. Begroeiingsvrije zone: bij hoger gelegen daken is het aan te raden om de ECCOsedum trays niet tot aan de dakranden door te laten lopen (begroeiingsvrije zone van +/- 30 cm). Deze zone wordt dan opgevuld met
dakgrind, bij voorkeur 40 - 80 mm. Fijnere fracties worden niet aangeraden om onkruidgroei te voorkomen. Deze begroeiingsvrije zone heeft meerdere functies:

  • verhinderen dat opspattende neerslag de muur van het aanpalende gebouw vuil maakt
  • beschermen van de waterafloop tegen verstopping door ingroeiende vegetatie
  • verhinderen dat vegetatie over de dakrand naar beneden hangt
  • verhinderen dat eventuele brand overslaat van/naar de vegetatie
  • vermijden dat de vegetatielaag of substraat weggeblazen wordt door windkrachten
  • vermijden dat de wind aan de zijkanten de ECCOsedumtrays laat opwaaien

 

5. Indien nodig, versnijden van de groendaktegels: enkel versnijden op de bovenste laag, zodat de onderste laag (waterbufferingslaag) intact blijft.

Het ECCOsedum groendaksysteem bestaat uit 3 lagen:

  1. Drainagelaag: De tegels hebben een dusdanig ontworpen structuur dat het regenwater dat niet door het groendaksysteem opgenomen wordt, vlot kan wegvloeien zonder belemmering naar de afvoerpunten. De onderste afvoergaten bevinden zich op 1 cm van de onderkant zodat ook niet-capillair water in beperkte mate kan opgeslagen worden.
  2. Substraatlaag - waterbufferingslaag: De trays worden tot op volledige hoogte (8 cm) gevuld met substraat. Op sommige plaatsen (ter hoogte van de noodoverlaten) bedraagt de dikte van het substraat 3,5 cm. De minimale dikte van het substraat is dus 3,5 cm – de gemiddelde dikte bedraagt 6 cm. De substraatlaag heeft meerdere functies. Ze voorziet in voeding en water voor de vegetatie en zorgt voor zuurstof en verankering van de wortels. De trays zijn gevuld met een daktuinsubstraat, samengesteld uit lava, bims en groencompost.
    Volume waterbuffering per tray: 32,5 liter/m²
    Korrelgrootte: 0-12 mm
    Volumegewicht substraat na verdichting in droge toestand: 0,78 g/cm³
    Volumegewicht substraat na verdichting bij maximale watercapaciteit: 1,27 g/cm³
  3. Vegetatielaag: Het voorbegroeid extensief groendak systeem wordt geleverd met minstens 7 soorten sedumplanten. De cassettes worden voor minstens 80% dichtgegroeid afgeleverd.
  • Onze sedumtrays zijn tot 80 – 85% voorgekweekt. Hierdoor heb je meteen resultaat en spreken we over een kant-en-klaar systeem. Bij een klassieke opbouw wordt gewerkt met substraatlagen en sedumstekjes/sedummatten, die steeds een bepaalde periode nodig hebben om te wortelen en dicht te groeien. Daardoor krijgt onkruid alle kans om zich in het groendak te nestelen.
  • De sedumcassettes zijn zeer eenvoudig te plaatsen en kan door 1 persoon gedaan worden, wat zorgt voor een zeer snelle en efficiënte plaatsing. Bij een klassieke opbouw wordt gewerkt met blaaswagens of bigbags.
  • Aangezien er gewerkt wordt met bakjes kunnen die zeer eenvoudig worden weggenomen bij eventuele dakwerken na installatie. Bij het klassieke systeem moet de volledige substraatlaag worden weggenomen om nadien alles opnieuw aan te leggen.
  • De cassettes zorgen voor een constante substraatdikte. Bij klassieke systemen kan de dikte van het substraat variëren tussen de 1 en 8 cm, wat eveneens onkruidgroei met zich mee brengt.
  • Bij daken met een hellingsgraad blijft het substraat in het bakje. Bij het klassieke systeem is er het risico op afschuiving en op onkruidgroei op laagste punt van de helling, aangezien het vocht naar het laagste niveau zakt en dus een onkruidgroei in de hand werkt.